Het Tilburgse carnaval wordt al erg lang gevierd. Wanneer en waar precies het begon, is moeilijk vast te stellen. Ons carnaval heeft een eigen verleden en een zeer karakteristieke historie, vergeleken met andere carnavalssteden. De geschiedenis ervan kent een zeer grillig verloop.

Inleiding: ontstaan en verbod

Eindelijk. In februari 1965 gaf de gemeente Tilburg, met fikse tegenzin, een vergunning af voor het houden van een jeugd- en volwassenenoptocht door het centrum. Carnavalszondag 1965 kan de boeken in. Een commissie van elf personen had hard gewerkt om dit te bereiken. Carnavalsvierders waren er namelijk wel, maar die moesten het feest tot die tijd binnenskamers vieren.

In de besluitenlijst van de vergadering van het College van Burgemeester en Wethouders van Tilburg stond op 5 april 1956 nog geschreven: ‘De plannen om te komen tot openbare viering van het Carnaval moeten niet worden bestreden maar ook niet bevorderd.’ Maar hoe is carnaval in Tilburg uiteindelijk tot stand gekomen? En waarom werd het eerst verboden?

Vastenavondrel

De grootste ‘vastenavondrel’ die Tilburg ooit kende, zorgde ervoor dat openbaar carnaval ruim een eeuw verboden werd. In 1857 kwamen Tilburgse jongeren (de Maskerademannen) in opstand tegen de kerk, omdat ze zich niet mochten verkleden, niet mochten dansen en niet in optocht door de straten mochten.

Verbod

Het gemeentebestuur volgde de kerk en verbood het openbaar carnaval. Vastenavond kon alleen nog thuis, of besloten binnen verenigingen of sociëteiten worden gevierd. In cafés mocht begin jaren zestig niet worden gedanst en gehost. Alleen sportverenigingen kregen hier een vergunning voor ‘mits de eerbaarheid was gewaarborgd’.

Carnavalsverenigingen

Doordat de verenigingen de krachten bundelden, ontstonden er echte carnavalsclubs. Bijvoorbeeld ‘de Hasseltse Schuit’ en ‘De Görkese Turken’. Maar op straat moesten de carnavalskleren nog steeds verstopt worden.

Carnavalsoptocht

100 jaar na de Vastenavondrel, trok er in 1957 voor het eerst een kindercarnavalsoptocht door de wijk Jeruzalem. De optochten werden in de wijk met steeds meer succes herhaald. In 1960 werd gestreefd naar een ‘stedelijk evenement’.

’T Kruikske

Zo ontstond de ‘Tilburgse Kindercarnavalsvereniging ’t Kruikske’. In 1960 gaf de gemeente Tilburg een vergunning voor een kinderoptocht door het centrum. Het gemeentebestuur en het meer notabele deel van de bevolking keek met enige minachting neer op dit kinderachtige volksvermaak, maar het werd een succes. De eerste jeugdoptocht op 28 februari 1960 trok 3.000 kinderen en 20 wagens namen deel en ruim 30.000 mensen stonden langs de kant.

Na die eerste optocht volgden er kleinere stoetjes. Veel vanuit cafés, zoals op Korvel en het Wilhelminapark. In parochies keurde een nieuwe generatie pastoors de carnavalsvieringen goed. Cafébazen kwamen in verweer tegen het verbod op muziek, hossen en daspartijen, dat nog steeds gehandhaafd werd.

Verzet

Ook na 1960 volgde geen officiële goedkeuring voor een echte volwassenoptocht. Een aantal carnavalsverenigingen verzette zich tegen dit verbod. Op 8 maart 1961 besloten Toon van Dongen, de toenmalige uitbater van café Extase, en enkele van zijn stamgasten een carnavalsvereniging op te richten: ‘De Steunzolen’. In 1962 werd een eerste kleine optocht gehouden.

De Bierpompen

In 1963 waagde de vereniging ‘De Bierpompen’ uit café ‘Monopole’ aan de Heuvel het om hun Prins Louis Goewie van het station in een open rijtuig door de stad te vervoeren naar café ‘Havenzicht’ aan de Piushaven. Daar verscheen de politie vanwege verstoring van de openbare orde. De 34 aanklachten werden gelukkig geseponeerd.

De burgemeester

Een jaar later herhaalde dit spel zich, maar nu maakte de politie geen proces-verbaal op. Hierop nam Dré Meulenbroek van café Casino het initiatief om eens met de burgemeester te praten. En die was bereid om mee te denken.

Comité Stadscarnaval Tilburg

Onder leiding van Meulenbroek werd door de kasteleinsclub een ‘Comité Stadscarnaval Tilburg’ opgericht. Ook de jongvolwassenen mochten zich hierbij aansluiten. Op 5 februari 1965 werd de eerste officiële vergunning verleend voor een volwassenenoptocht. Deze vond plaats op zondag 28 februari 1965, aansluitend aan de zesde jeugdoptocht. De eerste optocht kon een succes genoemd worden, met maar liefst 70.000 belangstellenden. Het werd de basis van het openbare carnaval met als middelpunt Prins Pierre I (Deltrap). Op 13 april 1965 volgt de oprichting van ‘Carnavalsvereniging ‘De Kruiken’ Tilburg’, waarmee de organisatorische basis wordt gelegd.

Erkenning

In 1967 was voor het eerst een officiële ontvangst van de Prins op het stadhuis door de burgemeester. Prins Willem I (Van Pelt) werd ontvangen door burgemeester Becht. Dit was een belangrijk moment, want hiermee liet het gemeentebestuur aan de stad blijken positief tegenover het openbare carnaval te staan. In 1968 volgt de oprichting van de Carnavalsstichting Tilburg èn wordt voor de eerste maal de Kruikenzeiker gebruikt als het carnavalssymbool. Daarmee ontstond in dat jaar het carnaval zoals we dat nu nog kennen.