Wat we niet zien, maar wél gebeurt achter de schermen
Dit is nodig voor een veilig en geslaagd carnaval
De trouwe bezoeker van d’n Opstoet weet wat de mensenmassa op zondagmiddag achterlaat in het centrum van Kruikenstad. Blikjes, bekers, serpentine en 1001 ondefinieerbare soorten afval. Enkele uren later is het allemaal weer verdwenen. Net als alle tijdelijke verkeersborden, dranghekken en verkeersregelaars. Lantaarnpalen staan terug op hun plek, poortjes en palen zijn weer omlaag of juist omhoog. Maar niets van dit alles gaat natuurlijk vanzelf. Op carnavalszondag (en ook op alle andere dagen) werken er achter de schermen honderden mensen keihard om het grootste feest van het jaar vlekkeloos te laten verlopen.
Onzichtbaar en onmisbaar
Kristel Scheffers en Tooske Sloesen zijn namens de gemeente Tilburg vanuit de teams Veiligheid en Toezicht & Handhaving al maanden voorafgaand aan het carnaval bezig met de organisatie. En dat gebeurt in intensief en constructief overleg met de Carnavalsstichting Tilburg, waarvan het bestuur ook onderdeel uitmaakt van het Veiligheidsoverleg. Kristel: “Naarmate carnaval dichterbij komt, overleggen we steeds vaker. En ook tijdens carnaval bekijken we van uur tot uur wat de actuele situatie is en sturen we bij waar nodig. De carnavalsvierende stadgenoten zien en horen ons meestal niet, maar we zijn er wel. Toezicht door het Veiligheidsteam vindt niet alleen plaats door aanwezig te zijn, ook de camera’s helpen, net als het monitoren van berichten op social media. Het zenuwcentrum waarvandaan dit allemaal gebeurt, bevindt zich in de Stationsstraat. Belangrijke partners zijn vanzelfsprekend politie, brandweer en medische diensten. De afgelopen jaren is carnaval in Kruikenstad steeds beter bezocht. Dat betekent dat er meer mensen op de been zijn en dat je zowel op de avonden als bijvoorbeeld tijdens d’n Opstoet goed in de gaten moet houden of het niet te druk wordt. De veiligheid van mensen waarborgen is altijd ons uitgangspunt. En daarbij houden we rekening met alles. Juist ook met het feit dat mensen naarmate de middag of avond vordert, niet meer even scherp en alert zijn en dingen lollig gaan vinden die dat niet per definitie zijn. Om maar een voorbeeld te noemen: na d’n Opstoet moet de Cityring zo snel mogelijk weer open. Maar op straat mag het dan niet meer te druk zijn vanwege het verkeer dat weer meteen op gang komt. Bovendien moeten de mensen van het BAT hun schoonmaak- en opruimwerk kunnen doen, zonder dat ze gestoord of getreiterd worden. Zo zijn er nog tal van andere zaken die gedurende de hele dag en avond ter plekke om een beslissing vragen.”
Relatief weinig klachten
De grootste taak van Tooske en team Toezicht & Handhaving vindt al plaats voordat het carnavalsfeest losbarst. Tooske: “Op vrijdagavond zijn alle buitenlocaties gecontroleerd en opgeleverd en tijdens carnaval controleren we nog eens 12 evenementen, dat staat voor ongeveer 100 manuren toezicht. We controleren of er geen alcohol wordt geschonken aan minderjarigen, of het geluid binnen de normen blijft en of eindtijden gerespecteerd worden. Vanzelfsprekend willen we de carnavalsvierders een onbezorgd feest geven, maar het is ook belangrijk om klachten te voorkomen. Gelukkig is carnaval wat dat betreft een breed gedragen feest, ook onder stadgenoten die het zelf niet vieren. We hebben relatief minder klachten dan bij enkele andere grote evenementen in de binnenstad. Mensen zijn wat milder. Ik denk ook omdat het toch hét volksfeest van het jaar is.”
Kracht zit in de bekendheid van mensen
Uitbundig carnaval vieren zit er voor Tooske en Kristel zelf niet in. Ze treuren er niet om. Kristel: “Ik vind het prima om tijdens deze dagen te werken. Met zo’n groot team van politie, brandweer, ambulance en toezicht vijf dagen zo vlekkeloos mogelijk laten verlopen, dat is een feest op zich. Juist omdat we jaarlijks een hechte club hebben, zien we dat we extra succesvol samenwerken. We zijn goed op elkaar ingespeeld en kennen elkaar. Als het dan allemaal weer goed verlopen is, dan denk ik weleens, nu ga ik een borrel pakken in de stad. Maar twee minuten later weet ik wel beter en ga ik toch maar naar huis, want na zo’n intensieve periode ben je echt volledig gesloopt.”