Op 11 november stonden Prins Robèrt en zijn Adjudant Jeroen weer te stralen. Samen met de Raad van Elf, de Lijfwacht, de Hofkapel en de rest van het Gevolg vormen zij ook komend carnavalsseizoen het gezicht van Kruikenstad. Het motto van dit jaar, Affeseere doe gin zeer, ligt hen wel. De functie van Prins en Adjudant is eervol, maar ook hard werken. Hun sleutel tot succes? Oprechte aandacht voor alle Kruiken en Kruikinnen die zij in hun rollen van Prins en Adjudant ontmoeten. Ze hebben grote waardering voor de verenigingen, orkesten, sponsoren, vrijwilligers en álle andere Kruiken en Kruikinnen die zich inzetten voor het openbaar carnaval in Kruikenstad. In dit tweede en laatste deel van het ‘grote Prins interview’ gaan we hier nader op in.
Kruikenstadwaardig
Toen de Prins en Adjudant vorig jaar hun functies aanvaardden, deden ze dat met de intentie ‘de normen en waarden van Kruikenstad’ uit te dragen. De Prins geeft aan: “We willen het Prinsschap en het Adjudantschap ‘Kruikenstadwaardig’ invullen. Natuurlijk is er tijd voor een lolletje en haak je in op grappen van de Raad. Maar we vinden het heel belangrijk om verenigingen die wij bezoeken of die bij ons komen, goed te behandelen. Zij zijn trots en enthousiast als de Prins van Kruikenstad en zijn Gevolg langskomen. Je moet het enthousiasme oprecht voelen en aan alle kanten uitstralen. Dus als je binnenkomt, moet het feest zijn. Gewoon, oprecht, feest maken.”
De Adjudant vult aan: “Daar wordt in het Gevolg nadrukkelijk over gesproken. Dat heeft weer met een goede voorbereiding te maken. Als je je gedachten en ideeën over de invulling van je rol in het voorstadium bespreekt met de voorzitter van de Raad van Elf, heb je daar later veel plezier van. Hij bespreekt dat namelijk ook weer met de Raad. Hetzelfde geldt voor de Lijfwacht, de Hofkapel en de rest van het Gevolg. Daardoor leeft dat gevoel van we moeten er met elkaar iets van maken echt bij iedereen.” Hij vervolgt: “Het blijft lastig om iedereen de aandacht te geven die je wilt geven.” Hij noemt het Prinsebal als voorbeeld. “Dan komen er niet alleen verenigingen uit Kruikenstad, maar ook van buiten. Je wilt iedereen heel graag alle aandacht geven. Ze verdienen dat ook echt, want ze maken er veel werk van. Het is dan ontzettend druk en je bent veel bezig. Gelukkig zorgt de voorzitter van het evenement samen met ons dat alles in goede banen loopt.”
Beide heren kijken erg uit naar alle bezoeken aan jubilerende verenigingen in het voorseizoen. Prins Robèrt: “Dat vond ik vorig jaar echt een hoogtepunt. Het is zo leuk om dat met het hele Gevolg te doen. Je komt binnen bij een vereniging waar het gewoon féést is. Zij vieren dat ze al 33, 44 of zelfs 55 jaar bestaan. Ze werken er al het hele jaar naartoe, soms nog langer. Ook daar draait Kruikenstad. Die verenigingen hebben soms nog meer historie dan het openbare carnaval zelf.”
Precies het juiste motto
Robèrt Verheijden, zoals de Prins in het dagelijks leven heet, kan zich als eigenaar van Bouwaccent, een bedrijf in vastgoedontwikkeling, goed in het motto vinden. “Met mijn bedrijf heb ik last gehad van een slecht economisch tij. Het betekende alle hens aan dek om alle ballen in de lucht te houden. Hard werken, maar ook heel leuk. Wij zijn inmiddels betrokken bij een aantal hele grote projecten. Toen de crisis begon had ik niet gedacht dat we er zo uit zouden komen. Zo zie je maar: als je inzet blijft tonen en gáát voor de zaak, de klant of het project waaraan je werkt, dan leidt dat tot goede resultaten. Het motto hoort dan ook echt bij mij als persoon. Als Prins van Kruikenstad wil ik ook al mijn energie steken in die rol. Bijvoorbeeld door een goede voorbereiding van alle bezoeken.” Adjudant Jeroen Haarselhorst, accountmanager van Vervoort Meubelen, sluit hierbij aan: “Al dat harde werken in de voorbereiding zorgt ervoor dat je plezier kan maken. De voorbereiding is meer dan helft van het werk. Ik kan geen plezier maken als ik in de auto zit en denk ‘Pfoe, die eerste twee bezoeken, daar weet ik niets van.’ Goede voorbereiding zorgt voor rust.”
Geen nieuwe aanpak
Het tweede jaar van de Prins en Adjudant zullen ze niet heel anders invullen. “Ik denk dat er veel momenten in het tweede jaar zijn dat je er wat meer ontspannen in zit, omdat je toch al een beetje weet wat er komt. Natuurlijk blijven er momenten dat je wordt verrast en waar je moet improviseren. Of waar je juist heel geconcentreerd moet zijn en moet opletten wie je moet bedanken. Maar we denken zeker niet dat we het allemaal wel kunnen.” Jeroen onderstreept dit: “Als je er staat, moet het goed zijn. We steken veel tijd en energie in de voorbereiding, zodat we voor 80-90% weten wat ons te wachten staat. Daarmee is er genoeg ruimte voor spontaniteit, maar kom je oprecht over, zonder dat het een stukje wordt.” De Prins: “Je moet echt jezelf zijn en geen rol spelen. Ik heb zelf gelukkig veel terug gehoord dat ik zo overkom. Dat ik gewoon ‘Robèrt’ was, zoals mensen mij kennen. Dat ze Hoogheid tegen je zeggen, is eerst een beetje raar. Maar het hoort erbij en je went er aan. Dat is onderdeel van het spel.”
Mark van Stappershoef kan dit als ervaren oud-Prins en voorzitter van de Prinsecommissie beamen: “Hoe je het ook wendt of keert, je bent de Prins van Kruikenstad. Het is de kunst om die rol in te vullen op een manier die bij je past, maar altijd bewust te blijven welke functie je hebt. Als de Prins ineens plat gedrag gaat vertonen en zich als one-of-the-guys gedraagt, zakt het bij het Gevolg ook weg. Je moet je rol gedegen invullen.”
Ze zijn er klaar voor!
Het is duidelijk: Prins Robèrt en Adjudant Jeroen zijn er weer helemaal klaar voor. De eerste twee weken zijn voorspoedig verlopen en het eerstvolgende grote evenement kondigt zich al aan: het Blèrconcours. Op zaterdag 12 december staat het Midi Theater helemaal in het teken van dé carnavalskraker van het jaar. In het vorige deel van het interview liet de Prins al weten erg naar dit evenement uit te kijken. Ze hebben er zin in!
Wil jij ook altijd op de hoogte blijven van wat er speelt in Kruikenstad? Houd dan deze website in de gaten en like ons op Facebook.